Beste leden,

De zomer neemt afscheid en de herfst doet zijn intrede. Alsof de natuur nog één keer haar mooiste kleurenpalet uit de kast haalt: goud, koper, dieprood en oranje. In Nederland betekent dat fietspaden vol met knisperende bladeren, in Zwitserland de geur van kastanjes die op de markten worden geroosterd.

In ons collectieve geheugen is de herfst vaak verbonden met paddenstoelen en de eerste dagen dat de pepernoten alweer in de winkels liggen. Vroeger was het hèt seizoen van de oogstfeesten, waarin men dankbaar was voor wat het land had opgebracht. In volkswijsheden wordt de herfst vaak gezien als een tijd van loslaten – net als de bomen hun bladeren laten vallen, zo laten mensen oude zorgen achter zich om ruimte te maken voor de winter en uiteindelijk de lente.

Hier, tussen de bergen en het meer, krijgt de herfst een eigen gezicht. De wijnranken kleuren langzaam oranje en rood, en de markten liggen vol met pompoenen, noten en wilde paddenstoelen. Veel Nederlandse leden van de vereniging herkennen er iets in van thuis – maar dan met een Zwitsers accent. Waar in Nederland vaak de stormen de boventoon voeren, kan hier de herfst soms verrassend mild en zonnig zijn.

Een van onze leden vertelde onlangs: “Toen ik net in Genève woonde, miste ik de Nederlandse herfststormen – totdat ik tijdens een wandeling bij de Rhône werd verrast door een plotselinge föhnwind. Toen voelde het tóch weer een beetje als thuis.”

Ga lekker zitten, neem er een kop koffie of thee bij, wij wensen u veel leesplezier met deze nieuwsbrief!

 

Belangrijke
           mededeling 

Binnenkort ontvangt u een uitnodiging om deel te nemen aan de NVG Ledenenquête 2025. Met deze enquête willen wij een beter inzicht krijgen in de wensen, verwachtingen en betrokkenheid van onze leden. De resultaten zullen ons helpen om het beleid en de activiteiten van de NVG nog beter af te stemmen op de behoeften van onze gemeenschap.

Wij hopen van harte dat u enkele minuten de tijd wilt nemen om de vragenlijst in te vullen zodra u deze ontvangt.

Uw inbreng is van grote waarde voor de verdere ontwikkeling van onze vereniging. Meer informatie over de startdatum en de wijze van deelname volgt spoedig via e-mail.

 
 

Oude “Meuk” met een Verhaal

een kijkje in het verleden.

RODE HAREN

Waarom horen Rode Haren in de rubriek "Oude Meuk met een Verhaal"? Zeker niet omdat rode haren niet meer bestaan, maar omdat het laat zien hoe het verleden, met al zijn vooroordelen en verhalen, kan transformeren in iets nieuws, vrolijks en verbindend.

Eind augustus kleurde Breda opnieuw feloranje, niet door voetbal of Koningsdag, maar door de jaarlijkse "Dag van de Rode Haren". Duizenden roodharige en nieuwsgierige bezoekers uit de hele wereld komen samen om iets te vieren wat vroeger met argwaan werd bekeken. Want roodharige hadden het vroeger niet altijd makkelijk. In de Middeleeuwen dacht men dat mensen met rood haar over magische of zelfs duistere krachten beschikten. In sommige streken werden ze met een boog omzeild — en in anderen juist bewonderd om hun vurige temperament. In de Keltische mythologie waren roodharige vaak strijders of helden, en ook in latere volksverhalen duiken ze op als koppige vrijdenkers, mensen die hun eigen pad kiezen.

En toen kwam Bart Rouwenhorst, een kunstenaar uit Breda die in 2005 vijftien roodharige modellen zocht voor een schilderij. Hij kreeg er honderden! Wat doe je dan? Juist — je maakt er een feest van. Zo werd de Dag van de Rode Haren geboren: een vrolijk eerbetoon aan een zeldzame haarkleur die bij slechts 1 tot 2% van de wereldbevolking voorkomt.

Vandaag de dag is het uitgegroeid tot een internationaal festival met kunst, muziek, lezingen, en natuurlijk die beroemde groepsfoto vol tinten koper, kastanjebruin en vurig oranje. Het is een kleurrijk eerbetoon aan wat ooit als “vreemd” gold — maar gewoon prachtig is.

En terwijl ik erover schreef, moest ik onwillekeurig denken aan dat oude liedje:

“Meisjes met rode haren, die kunnen kussen, dat is niet mis…”

Misschien kent u het nog — dat vrolijke deuntje uit de jaren zestig van Arne Jansen. Een beetje zoet, een beetje ouderwets, maar met dezelfde boodschap als dit festival: roodharige brengen kleur en warmte in de wereld.

 
 

En wie weet… misschien ligt er in iemands oude familiealbum nog een kiekje van een roodharige tante uit Breda of Amsterdam — die met een glimlach zegt: “zie je wel, rood haar zal ooit gevierd worden”.

 
 

Nederland in de schijnwerpers

Geneva International Film Festival (GIFF)

Van 31 oktober tot 9 november 2025 vindt in Genève de 31e editie plaats van het Geneva International Film Festival and Digital Market (GIFF). Dit jaar staat het festival in het teken van Nederland, met een bijzonder programma vol films, series en innovatieve “immersive” projecten die rechtstreeks uit ons land komen. Het wordt een ware viering van Nederlandse creativiteit, verbeeldingskracht en filmische vernieuwing — midden in Genève.En hoe gaat dat nu in Zwitserland? Hier denderen moderne tractoren door de valleien, vaak uitgerust met indrukwekkende grijpers en balenpersen. Het hooi wordt keurig in plastic verpakt tot ronde balen die als reuzensnoepjes op de alpenweiden liggen. De boer hanteert geen hooivork meer maar knoppen, hendels en zelfs apps. En de zinken emmer? Die is verdrongen door melktanks van roestvrij staal, gekoeld en vol automatische sensoren.

Toch, wie in de zomer een wandeling maakt door de Zwitserse bergen, kan soms nog een oudere boer of boerin betrappen met een hooivork in de hand. En die ouderwetse zinken emmer? Je vindt hem vaak terug als bloempot bij de voordeur – een knipoog naar een verleden dat niet vergeten mag worden.

 
 

Een van de absolute hoogtepunten is de grote bioscooppremière van Rietland, het debuut van regisseur Sven Bresser, die eerder dit jaar al indruk maakte in Cannes. De hoofdrol wordt vertolkt door Gerrit Knobbe, een echte rietsnijder die met zijn natuurlijke uitstraling het verhaal een zeldzame authenticiteit geeft. De film is te zien op 4 november, in aanwezigheid van Sven Bresser zelf, en op 6 november nogmaals zonder regisseurspresentatie.

Naast Rietland toont het festival ook twee recente Nederlandse series die elk op hun eigen manier de menselijke maat in beeld brengen: Bodem, een scherpzinnige verkenning van identiteit en relaties, en Beter wordt het niet, een ontroerende en vaak humoristische reflectie op het moderne leven. Beide producties laten zien dat Nederlandse makers niet bang zijn om kwetsbaarheid en realisme te combineren met cinematografische finesse.

 
 

Zoals ieder jaar biedt GIFF ook een venster op de toekomst van het vertellen van verhalen. In het immersive-programma, waar virtual en augmented reality centraal staan, is dit jaar eveneens ruimte voor Nederlandse creativiteit. Deze digitale ervaringen tonen hoe ver film en technologie elkaar inmiddels gevonden hebben — en hoe kunst zich steeds opnieuw uitvindt in de virtuele ruimte.

Het volledige programma, inclusief de Nederlandse selectie, is te vinden op de website van het festival.

Of u nu een doorgewinterde filmliefhebber bent of gewoon nieuwsgierig naar wat Nederland internationaal te bieden heeft: dit is hét moment om onze filmmakers te vieren in hartje Genève. Een uitgelezen kans om samen met vrienden of familie te genieten van Nederlands talent, dat hier letterlijk en figuurlijk in de schijnwerpers staat.

Tot ziens bij GIFF — of, zoals men in filmtaal zegt: “See you at the movies!” 

 
 

Een nieuw hoofdstuk

Paul en Ank Bekkers

 
 

Het zit erop voor Paul en Ank Bekkers. Na vier jaar aan de oevers van het Meer te hebben gewoond en gewerkt, wacht hen een nieuwe horizon. In die afgelopen vier jaren hebben wij ze leren kennen als een open, hartelijk en enthousiast paar, dat vanaf hun komst in Zwitserland in de zomer van 2021, al direct de deuren van hun Residentie voor de NVG en de NPG opengooide. We schreven al in 2022 over hen en citeren ze graag nogmaals, want er is in die afgelopen 4 jaar aan hun mening hierover niets veranderd: ‘We waren plezierig verrast met de hoeveelheid aan Nederlandse clubs, groot en klein. En met het bestaan van een heuse Nederlandse kerk in Commugny - ook al is er maar eens per maand een dienst. De Nederlandse Vereniging blijkt een heel actieve club die voor veel Nederlanders in en om het Lac Léman een belangrijke ontmoetingsplek is’. Voeg daaraan toe dat de Residentie een van de weinige diplomatieke residenties in en buiten Genève is, die aan het meer ligt, en dat ze het beiden het een voorrecht hebben gevonden om bijeenkomsten op deze prachtige locatie te kunnen houden.

En dat waren er nogal wat! Wij herinneren ons de lenteborrel, maar ook de voorstelling van Joost Prinsen, van Dominee Carel ter Linden in samenwerking met de NPG, de Cleveringa lezingen, maar ook de hand- en spandiensten voor de Sinterklaasviering, waarvoor in de Residentie de cadeautjes werden ingepakt, of de keuken werd opengesteld voor de bereiding van de Surinaamse maaltijd tijdens een Algemene Vergadering, of de kookcursus van Arna . Geen moeite was Paul en Ank te veel om zich bijzonder gastvrij te tonen voor zowel de NVG als de NPG.

Maar belangrijk is natuurlijk de vraag, hoe hebben ze Zwitserland buiten de officiële verplichtingen ervaren. We vragen dit aan Ank tijdens een wandeling in het domein Bois-Bougy in Nyon. ‘Om te beginnen was de Residentie een prachtige locatie en hebben we er erg genoten. De laatste twee weken voor het vertrek uit de Residentie hebben Paul en ik veel aan het meer gezeten, genietend van een zomeravond, kijkend over het meer’. Ank heeft zich volledig ingezet voor de Nederlandse stand op de bazaar van de VN, ze maakte deel uit van een Nederlandse boekenclub en heeft met haar achtergrond (Nederlandse taal en literatuur) een vakkundig steentje daaraan bijgedragen. Verder geeft ze als leerkracht Nederlands al jaren online les aan Nederlandse leerlingen die met hun ouders in het buitenland wonen en naar een IB-school gaan.

 
 

Twee jaar geleden kwam Keesje in hun leven; een lichtbruine Cairn Terrier, die na haar komst graag gezien werd tijdens ontvangsten. En met Keesje begonnen de vele wandelingen in de prachtige directe omgeving maar ook daarbuiten. Wengen en Evolène waren favoriete plaatsen, waaraan ze binnenkort nog Zermatt zullen toevoegen, dus is het niet verwonderlijk als Ank antwoordt op onze vraag ‘wat ga je het meeste missen? ‘de natuur’, noemt. Behalve wandelen was Ank actief met schilderen en pianospelen en reisde het paar al dan niet in officiële hoedanigheid naar steden als Locarno, Luzern en Zürich. ‘We hebben helaas niet altijd de tijd gehad om erg veel te ondernemen in het land’ zegt ze met enige spijt.

Paul was eveneens in die afgelopen jaren altijd bereid om zich in te zetten voor diverse activiteiten als daartoe het verzoek werd gedaan: de opening van de schilderijententoonstelling van de partners van twee van zijn collega’s, of een toespraak tijdens de Dodenherdenking, en een voordracht over zijn werk en ervaringen hier in Genève voor een speciale “Buitendag” van de NPG.

Voor hem in professioneel opzicht waren het bijzonder interessante jaren - hij heeft de indruk een verschil te hebben kunnen maken in samenwerking met bijzondere mensen. Een voorrecht, er gebeurt veel in de wereld, dus ook bij de Verenigde Naties, waaraan hij als Permanent Vertegenwoordiger van Nederland verbonden was. In de 80 jaar dat de VN bestaat ziet zij zich vandaag geconfronteerd met de zorg voor een nieuwe aanpak en bezinning. ‘Die hervorming was al bezig maar nu Trump abrupt de VS-stekker uit de VN heeft getrokken, is dat proces nu extra pijnlijk geworden. Na WW1 werd de Volkenbond opgericht, na WW2 de VN.

Laten we hopen dat we geen nieuwe grote crisis nodig hebben om te beseffen dat het multilateralisme en de VN broodnodig zijn om tot oplossingen te komen. Maar ik heb er vertrouwen in dat het over een aantal jaren goed komt.’

 
 
 
 

Hij ziet dat polarisatie steeds meer aan terrein wint, dat de media niet de juiste dingen distilleren, en dat er in het algemeen slecht leiderschap is. ‘Doordat we zo in beslag worden genomen door het soms bizarre gedrag van verschillende politieke leiders komen we niet toe aan de grootste problemen, zoals het klimaat’.

Nu zit zijn taak bij de VN en de WTO erop en kijkt hij met dankbaarheid terug op de afgelopen jaren. Echter tot het moment, dat hij en Ank daadwerkelijk uit Zwitserland vertrekken bereidt hij nog de vierjaarlijkse ministeriële vergadering van de UNCTAD voor, die hij eind oktober zal voorzitten. Stilzitten is er sowieso niet bij voor Paul, want inmiddels werd hij benoemd tot Speciaal Gezant voor vrijheid van religie en levensovertuiging. Hij licht dat in het kort toe: ‘een van de vijf prioriteiten binnen ons mensenrechtenbeleid is de vrijheid van religie en levensbeschouwing. ‘Mensen moeten de vrijheid hebben te kunnen geloven. Het geloof, welk geloof dan ook, kan een belangrijke verbindende kracht zijn. De interreligieuze dialoog speelt daarbij een belangrijke rol. Elk geloof is gestoeld op dezelfde principes zoals omzien naar weduwen en wezen, zorg voor de medemens en naastenliefde’.

En dan wacht volgend voorjaar, Deo Volente, een nieuwe interessante uitdaging!

Natuurlijk vragen we ook Paul, wat hij het meeste zal missen aan Zwitserland. Hij zal veel missen, zeker ook onze gemeente, zo zegt hij, maar het meest de omgang, het werken en de vriendschap met mensen van verschillende culturen, uit Azië, Afrika en Latijns-Amerika.

Ons past een woord van grote dank en waardering voor al hun inzet en we wensen hun niets dan goeds, voldoening en succes in hun volgende standplaats. Mogen we toch een klein beetje hopen, dat ze de weg naar het Meer niet zullen vergeten en dat we hen tijdens een vakantie hier nog wel eens kunnen tegenkomen op een wandeling met Keesje?

Namens alle leden van de NVG en NPG,

Un Grand Merci, tot ziens en arrivederci!

 

Een brokje taalgeschiedenis

Talen lijken soms mijlenver uit elkaar te liggen, maar wie goed luistert, ontdekt verrassende familiebanden. Zo ook tussen het Oud-Engels en… het Fries!

Wist u dat het Oud-Engels, de taal van Beowulf en de Angelsaksische koningen, en het Fries, de taal van onze noordelijke provincies, eigenlijk naaste familie zijn?

Toen de Angelen, Saksen en Juten in de 5e eeuw vanuit Noord-Duitsland en Friesland naar Engeland trokken, namen zij hun taal mee. Zo ontstond het Oud-Engels, dat eeuwenlang veel meer leek op het Fries (en het Nederlands) dan op het moderne Engels dat we nu kennen.

Het Fries wordt vandaag de dag nog steeds gesproken door zo’n half miljoen mensen, vooral in Friesland. Het is een officiële tweede rijkstaal en wordt niet alleen op scholen onderwezen, maar ook gezongen en gevierd tijdens culturele evenementen. Wie ooit het Friese volkslied heeft gehoord of een Elfstedentocht-uitzending heeft gevolgd, heeft waarschijnlijk Fries langs horen komen.

En wie wel eens een Friese vlag heeft zien wapperen, herkent meteen die bijzondere uitstraling: zeven schuinstaande banen (vier blauwe, drie witte) en zeven rode pompeblêden. Pompeblêden is Fries voor plompe- of waterleliebladeren. Deze zeven symbolen verwijzen naar de zeven historische zeelanden — oude Friese gebieden die samen de trots van het noorden vormden. Net als de zeven blokjes in het wapen vertellen ze een verhaal van een volk dat zich verbonden voelde door water, wind en… taal.

 
 

Voor Friezen zelf is hun taal meer dan communicatie: het is een stukje identiteit, een brug naar hun geschiedenis én een bewijs dat een “kleine” taal groot kan zijn in betekenis. En wie goed luistert, hoort er dus nog echo’s in van het Engels – en van een gezamenlijke Germaanse wortel.

Zelfs talen kennen zo hun meewind en tegenwind. Het Fries heeft door de eeuwen heen flink wat taalstormen doorstaan – van overheersende buren tot verleidelijke internationale trends – maar is altijd fier overeind gebleven. Waar sommige talen door globalisering wat headwinds (of, laten we zeggen, taalweerstand) ervaren, zet het Fries gewoon de schouders eronder.

Dus de volgende keer dat u een Fries hoort zeggen “brea en tsiis” (brood en kaas), of een vlag ziet met die charmante rode waterlelies in de wind, weet u: u luistert – én kijkt – naar een taal en cultuur die ooit de basis vormde van het Engels dat de wereld nu spreekt. Een verrassend stukje Europese taalgeschiedenis dat, ondanks alle tegenwind, nog altijd springlevend is.

 
 

Of, zoals de Friezen zelf zouden zeggen:

“It sil heve!” — Het zal gebeuren!

En dat geldt blijkbaar ook voor hun taal: onverwoestbaar, trots en met een vleugje zeezout in de wind.
 

Het september - oktober seizoendier

De kleine boodschapper - De Egel

De herfst is het seizoen van vallende bladeren, mistige ochtenden en het gevoel dat de natuur zich langzaam terugtrekt. Een dier dat dit seizoen prachtig symboliseert, is de egel.

In september en oktober is de egel druk bezig met zijn laatste voorbereidingen voor de winter. Hij scharrelt door tuinen en parken op zoek naar slakken, insecten en wormen om een vetlaag op te bouwen. Zodra de temperatuur daalt, zoekt hij een beschutte plek – een bladerhoop, een stapel hout, soms zelfs onder een schuurtje – om in winterslaap te gaan.

 
 


In veel culturen wordt de egel gezien als een wijze en bescheiden bewoner van de aarde. Zijn stekels staan symbool voor bescherming, maar ook voor voorzichtigheid en bedachtzaamheid. De egel leert ons dat er momenten zijn om naar buiten te treden en te verzamelen, en momenten om ons terug te trekken en rust te nemen.

Voor Nederlanders roept de egel vaak jeugdherinneringen op: het dier dat je soms ’s avonds laat onverwacht door de tuin hoorde scharrelen, of dat je met veel geluk een keer zag oversteken bij een fietspad. In Zwitserland voelt de egel net zo huiselijk aan – ook hier vind je ze in tuinen en parken. Een kleine, stekelige vriend die ons eraan herinnert dat de herfst een tijd is om op adem te komen en energie te sparen voor de komende winter.

Wie in de tuin de bladeren laat liggen of een hoekje met takken maakt, helpt de egel aan een veilige slaapplaats. En wie stil door de schemering wandelt, hoort misschien zijn zachte gescharrel tussen de gevallen bladeren.
 

Het jubileumfeest

Een gloedvol slot van het 19e lustrumjaar

Op zaterdag 4 oktober zette de Nederlandse Vereniging Genève een feestelijk punt achter haar 19e lustrumjaar met een onvergetelijk gala in het charmante Casino de Morges. Het sfeervolle theater, met zijn zachte licht en glanzende houten balkons, vormde het perfecte decor voor een avond vol muziek, humor en dans.
 

 
 

Tijdens de borrel op de galerij zorgde de jazzband van Tom Schut voor een soepele start van de avond. Terwijl de glazen klonken en oude bekenden elkaar begroetten, vulde de ruimte zich met warme klanken en een vrolijke verwachting van wat komen ging.

Aan tafel wachtte de gasten een verfijnd viergangendiner in het restaurant dat onlangs is opgenomen in de Gault Millau – een culinaire kers op de taart van dit lustrumjaar.

 
 

Tussen het voor- en hoofdgerecht trad het cabaretgezelschap Plankgas op — oude bekenden van de vereniging, maar nog altijd even scherp. De drie vrouwen betraden het podium als de zogenaamd wanhopige lustrumcommissie, op zoek in de archieven van de NVG naar een artiest voor het feest. Hun zoektocht leverde een hilarische opsomming op:

“Paul van Vliet? Dood.
Max Tailleur? Dood.
Louis van Dijk? Ook dood.
Gerard Cox en Joke Bruijs? Die zijn wel gescheiden maar kunnen het nog goed met elkaar vinden? Onder welke steen leef jij — ze zijn allebei dood!”

 
 

Na deze macabere maar onweerstaanbaar grappige inventarisatie concludeerden ze droogjes: “We zijn een hele saaie lustrumcommissie. En met de toestand in de wereld is het misschien niet gepast om een feestje te houden.”
 

--Lange Stilte--

“Plankgas dan maar weer?”
“Plankgas? Echt niet! Die zijn hier al vijf keer geweest, ik kan ze niet meer zien!”
“Nou, ik vind het wel een goed idee — niemand kent ze, dus ze zijn spotgoedkoop!”
“Wat goed van jou! Dan kunnen we van het bespaarde geld vier amuse-bouches geven bij de borrel!”

De zaal lag in een deuk — en dat was nog maar het begin!

Na een heerlijk dessert bracht DJ Menno iedereen op de dansvloer. De muziek, de glimlachen en de herinneringen vloeiden in elkaar over, en pas diep in de nacht doofden de laatste lichten in het Casino.

 
 

De NVG kan met trots terugkijken op een sprankelend jubileumjaar, vol feestelijke momenten, humor en verbondenheid — mogelijk gemaakt door de inzet van de commissies, de steun van onze sponsoren en de aanstekelijke energie van onze leden.

Kijk hier voor de foto's van het gala
 

Om af te sluiten

Er zijn zo van die avonden,
Zo bijzonder en uniek,
Die langer blijven hangen
Dan het eten en muziek.

Waar de tijd even stilstaat,
Met een glimlach van een ander,
Zachter lijkt te schijnen,
Vol vriendschap voor elkander.

We lachen om oude grappen,
Herinneringen, oh zo fijn,
En voelen plots weer even,
Een stille wens verhoord — het samenzijn.

Zolang er nog wordt gedanst,
Gelachen en verteld,
Blijft onze vereniging leven,
Door wat ons samenstelt.

Bee Keyzer