Beste leden,
De zomer staat voor de deur! De dagen zijn langer, de terrasstoelen staan weer buiten en de eerste vakantiefoto’s duiken al op, op sociale media. Of u nu uitkijkt naar een rustige zomer in de bergen, een luxueuze vakantie aan een strand in een tropisch ver oord of met de caravan en kroost richting het noorden trekt: we wensen u alvast een warme, ontspannen en bovenal gezellige zomer toe.
Deze nieuwsbrief luidt ook een kleine vernieuwing in: vanaf nu verschijnen er twee vaste rubrieken die u in elk nummer zult tegenkomen – met een knipoog, een snufje nostalgie en een vleugje verwondering.
Rubriek 1: Een seizoen dier – De kleine boodschapper
In deze rubriek staat telkens een dier centraal dat past bij het seizoen én dat iets vertelt over hoe we kijken naar natuur, gedrag of symboliek. In de vorige editie beet het roodborstje het spits af. Nieuwsgierig welk dier de lente vertegenwoordigt? Lees snel verder!
Rubriek 2: Oude “Meuk” met een Verhaal, een kijkje in het verleden
Een luchtige duik in de geschiedenis van typisch Nederlandse gewoontes, snacks of uitdrukkingen met een knipoog voor mensen die van historische curiositeiten en vergeten pareltjes houden. Oude meuk? Zeker. Maar dan wel mét een goed verhaal.
Dus, genoeg te lezen voor aan het zwembad, op het balkon of in de trein richting een vakantieoord. Namens het bestuur wensen we u veel leesplezier én alvast een fijne zomer!
DE BOEKENRONDE
Een Literaire Estafette
Bent u dol op lezen en benieuwd naar wat er leeft in de Nederlandstalige literatuur? Dan is de Boekenronde iets voor u!
Voor slechts CHF45 ontvangt u gedurende 10 maanden telkens een recent verschenen boek van een Nederlandstalige auteur. Aan het eind van de maand geeft u het boek eenvoudig door aan de volgende lezer in uw buurt – een soort literaire estafette, waarbij het boek én het leesplezier rondgaan binnen onze gemeenschap. Een mooie manier om nieuwe auteurs te ontdekken, onverwachte parels te lezen en elkaar via verhalen te ontmoeten!
Wilt u meedoen? Neem dan contact op met:
📩 Jos Levy
✉️ jos.vanhezel@bluewin.ch
📞 079 464 40 05
Voor wie zich afvroeg waarom....
De afgelopen maanden hebben veel mensen mij gevraagd waarom ik als voorzitter van de NVG ben afgetreden. Ik heb het verhaal in delen verteld, in persoonlijke gesprekken – soms in een paar zinnen, soms iets uitgebreider. Maar het telkens opnieuw moeten uitleggen, terwijl ik zelf nog midden in het herstel zit, is vermoeiend en soms ook emotioneel zwaar. Daarom heb ik besloten mijn verhaal hier, in deze nieuwsbrief, met u te delen. Zodat iedereen die zich afvraagt wat er is gebeurd, of simpelweg geïnteresseerd is, het rustig kan lezen.
Het is een persoonlijk verhaal. Niet altijd makkelijk om op te schrijven – en zeker niet om te beleven. Maar ik vind het belangrijk om het te vertellen. Omdat ziekte vaak onzichtbaar is. En omdat dit ook een manier is om verbonden te blijven.
Soms neemt het leven een wending die je niet had voorzien. Het begon, zoals bij zoveel dingen met vermoeidheid. Geen gewone vermoeidheid – geen ‘ik heb slecht geslapen’ of ‘ik heb een drukke dag gehad’, maar iets dat dichter bij uitputting lag. Een diepe, slopende soort moeheid, alsof ik steeds een marathon liep in mijn hoofd, terwijl mijn lichaam maar te langzaam begreep dat we al waren vertrokken.
Toen ik in 2020 het voorzitterschap van de NVG op me nam, midden in de nasleep van de COVID-pandemie, was het mijn diepe wens om de NVG nieuw leven in te blazen, om de verbinding te herstellen die de covid-periode zo op de proef had gesteld. We konden geen evenementen organiseren, maar we konden wel verhalen delen. Zo ontstonden de (toen) maandelijkse nieuwsbrieven: als lijntje naar elkaar, als herinnering dat we er nog steeds waren – als Nederlanders, als gemeenschap.
Tegelijkertijd ben ik het archief van de NVG ingedoken – dozen vol oude notulen, affiches, verslagen, vergeelde foto’s en handgeschreven ledenlijsten. Ik voelde bij het doornemen en opruimen/archiveren van die papieren het diepe respect voor de generaties voor ons. Voor wat zij hadden opgebouwd, voor de warmte, de creativiteit, de vasthoudendheid waarmee de NVG al sinds 1929 een plek van ontmoeting is. Die geschiedenis moest levend blijven en werd een drijfveer om de vereniging vooruit te brengen – met nieuwe energie, nieuwe ideeën, maar zonder het verleden te negeren.
Maar begin 2024 begon de vermoeidheid en begon ik meer en meer dingen te vergeten, kleine dingen eerst, wat ik ging zeggen, wat ik al had gedaan, waarom ik ook alweer in de keuken stond. Daarna grotere dingen: een vergadering die ik door de vermoeidheid niet goed volhield, een gesprek dat ik drie keer moest teruglezen om het te begrijpen, een afspraak die me compleet ontglipte. De vermoeidheid was niet alleen lichamelijk; het leek zich ook in mijn denken vast te zetten. Ik begon te twijfelen aan mezelf. Was ik gewoon gestrest? Overbelast? De artsen spraken over een “burn-out”, “ik deed te veel, ik werd ouder” en over postvirale klachten. Ik moest rust nemen en een balans zoeken, dus ik deed mijn best…. En na maanden doorsukkelen kwamen ze eindelijk met een diagnose en noemden het lang/post covid. Het klonk logisch. Ik had COVID gehad en was ziek geweest. Geen ziekenhuis, maar weken niet mezelf. De diagnose was troostrijk in zijn eenvoud. “Iedereen heeft er last van”, werd me verteld, “het gaat wel weer over”.
Maar het ging niet over. In plaats daarvan begonnen mijn gewrichten op te spelen, mijn huid voelde vreemd, mijn ogen brandden en ik was steeds meer buiten adem. Soms had ik het gevoel alsof mijn lichaam van binnen in de war was – alsof alle systemen tegelijk op 'lage batterij' stonden. Het werd moeilijker om iets te plannen, iets te organiseren. Alles kostte inspanning. Ik had altijd een “teveel” aan energie gehad. En nu voelde ik me, steeds vaker, alsof ik buiten mezelf stond toe te kijken hoe ik aftakelde. Op een bepaald moment dacht ik: “ik word gek”, niet gek in de klinische zin – maar in de eenzame zin. Omdat niemand leek te begrijpen wat ik voelde en ik kon het zelf ook niet uitleggen.
De ironie van ziek zijn is dat het pas geloofd wordt als het meetbaar is. En zelfs dan nog niet altijd. Ik liet bloed prikken, veel bloed. Ik kreeg verwijzingen, second opinion. Ondertussen ging ik door. Naast mijn baan bij de VN, als voorzitter van de NVG. Er was altijd wel iets: een nieuwsbrief, een haringparty, Koningsdag, Sinterklaas, een bestuursvergadering…. De NVG was een deel van mijn identiteit geworden, een anker. Maar mijn lichaam trok zich daar niets van aan.
Pas toen ik dit jaar begin januari met spoed in het ziekenhuis belandde, kwam na twee weken de diagnose: Vasculitis ANCA, een auto-immuunziekte waarbij je eigen immuunsysteem zich tegen je lichaam, en met name tegen de kleine bloedvaten, keert, dus géén lang/post covid! Plotseling paste alles. De vermoeidheid, de hersenmist, de vreemde symptomen. Het niet kloppende geheel dat tóch een geheel bleek te zijn. Het gevoel dat ik al die tijd iets wist, wat niemand anders kon zien, werd bevestigd. Maar na de eerste opluchting dat “mijn ziekte” een naam had, en dat de artsen eindelijk wisten wat er met mij aan de hand was, kwam de realisatie dat de schade in mijn vertrouwen moeilijk te herstellen was, maar een ding wist ik zeker, ik was niet gek, ik was ziek.
In de tussentijd was ik, eind december 2024, als voorzitter afgetreden, niet omdat ik dat wilde, maar omdat ik niet langer eerlijk tegen mezelf kon zijn. Ik wilde niet de voorzitter zijn die voortdurend afwezig was, die vanalles vergat, die steeds weer afhaakte. Dat voelde als falen, ook al wist ik rationeel beter. De ziekte dwong me om los te laten, en soms is loslaten ook een vorm van verantwoordelijkheid nemen.
Als ik kijk naar hoe het nu gaat; ik ben nog steeds moe en ben nog steeds op zoek naar het juiste evenwicht. Maar ik ben ook op weg naar een nieuwe manier van leven, waarin ik niet altijd dóór hoef, maar ook mag stilstaan. Mag zeggen: ik kan even niet. Ik begrijp nu dat dit geen teken van zwakte is maar het begin van herstel.
Maar dit is géén afscheid want na deze laatste maanden heb ik besloten om actief te blijven binnen het bestuur maar dan wel in een andere rol èn in een ander tempo. Niet meer als drijvende kracht op de voorgrond, maar als iemand die met plezier en toewijding bijdraagt waar mogelijk. De vereniging heeft me veel gegeven, en ik geef graag terug wat ik kan – in deze nieuwe levenssituatie en op mijn manier.
Ik wil jullie bedanken voor het vertrouwen dat ik heb mogen ervaren als voorzitter. Voor de gesprekken, de samenwerking, het lachen, het denken en het doen. En ik kijk ernaar uit om, in welke vorm dan ook, verbonden te blijven met jullie allemaal.
Met een lieve groet van huis tot huis,
Bee Keyzer
Optreden van C. Roel Verburg
Roel Verburg is komiek én muzikant (zie hier op onze site het interview). Hij noemt zichzelf dan ook een stand-up zanger of gitaar comedian. In zijn vrije tijd is Roel net zo grappig als op het toneel. De hele dag door maakt hij grappen. Vindt zijn omgeving het net zo leuk als hij zelf? Roel denkt van wel. Tussen de grappen door maakt hij liedjes, die ervoor zorgen dat hij even kan ontsnappen aan de realiteit. Dan is hij heel even iemand anders met een ander leven. En dan ontstaat de magie......Die was er ook toen Roel op 20 mei voor ons optrad in Coppet. Hij begon met een van zijn grootste hits, "Juliette" en ook met het sprookjeslied ‘’Je bent een ridder’’ had hij veel succes.
Wederom weer een zeer geslaagde avond die meer dans 40 mensen hebben bijgewoond.
In gesprek met John-Patrick Broekhuijsen
Het Lustrumfeest nadert. Achter de schermen wordt door het Lustrum comité koortsachtig gewerkt aan de voorbereidingen om van de avond een succes te maken. Het spreekt vanzelf dat bij een organisatie als deze ook het geldelijk aspect een belangrijke rol speelt.
We zijn dus gaan praten met onze sponsor Wealtheon in de persoon van John-Patrick Broekhuijsen. Velen van u weten wie hij is, want hij was van 2012-2018 voorzitter van de NVG, maar kennen hem wellicht niet zo zeer als directeur van Wealtheon Asset Management, een trouwe sponsor van de NVG.
Hij doet weinig aan actieve marketing en opereert tamelijk discreet en daarom werd wel eens de vraag gesteld aan John-Patrick wat Wealtheon precies doet. Misschien eens goed om dat in het kort uiteen te zetten.
Na een lange carrière in directiefuncties in het bankwezen o.m. bij een privébank in Nederland en Genève, werd John-Patrick in 2014 gevraagd door de -van origine Nederlandse- oprichters en aandeelhouders van Wealtheon Asset Management om het Management Team en Investment Committee van de Wealtheon Group te komen versterken in de positie van Managing Director van Wealtheon Zwitserland in Genève. De Wealtheon Groep is al ruim 50 jaar actief als onafhankelijke vermogensbeheerder niet alleen voor de oprichters/aandeelhouders, doch ook voor externe cliënten, met kantoren in België, Nederland en Zwitserland.
We verwijzen hierbij naar de website van Wealtheon S.A. (vanwege Europese regelgeving is er ook een EU-website). John-Patrick is steeds graag bereid om in alle vrijblijvendheid dieper in te gaan op de werkwijze en strategie van Wealtheon en de eventuele optimalisatie van uw financiële situatie. Zeker nu veel banken en vermogensbeheerders in Nederland steeds terughoudender worden met het bedienen van cliënten die in Zwitserland woonachtig zijn.
Terug naar de verbondenheid van John-Patrick met de NVG. Deze dateert al van het moment dat hij en zijn vrouw Marlou lid werden toen ze in 2008 in Zwitserland kwamen. Net als vele anderen die nieuw waren in Zwitserland, vonden ook zij het aardig om in den vreemde lid te zijn van een Nederlandse club die actief met haar activiteiten de tradities uit het vaderland in stand houdt.
De ervaring van John-Patrick als voorzitter van de Belgisch-Nederlandse Vereniging in Maastricht en het overkoepelende orgaan daarvan, heeft hij gedurende de 6 jaar dat hij voorzitter van de NVG was met succes in praktijk gebracht.
Hij startte de Haringparty en het NVG Golftournooi, beiden nog steeds met veel succes op de agenda van de NVG, en organiseerde interessante lezingen.
Gevraagd naar zijn herinneringen en anecdotes uit zijn ambtstermijn noemde hij met name het Koningsfeest in 2013, het jaar waarin Prins Willem Alexander Koning werd. Van Koninginnedag met een receptie werd het ineens een Koningsfeest. Hij hield bij die gelegenheid samen met de toenmalige Permanente Vertegenwoordiger bij de VN, Roderick van Schreven, een toespraak die eindigde met het Wilhelmus, voor de eerste keer gevolgd door het ‘Leve de Koning’. Natuurlijk is dat even wennen na jaren van ‘Leve de Koningin’ en er ontstond tussen de beide heren spontaan een welles-nietes woordenwisseling: "Jij riep: Leve de Koningin", "nee" zegt de ander "dat deed jij"! tot groot vermaak van de aanwezigen: "we waren net twee ‘ruziënde’ Muppets".
Ook bewaart hij nog goede herinneringen aan het Lustrum galafeest in Montreux in 2020. Hij vertelt dat ten tijde van de aankondiging van de ‘dresscode’ van dit gala: smoking of donker pak en dames in het lang, er wat gesputter kwam uit de leden in de zin van ‘moet dat nou’, maar dat voor de avond zelf uiteindelijk zoveel belangstelling bestond, dat de inschrijvingen moesten worden stopgezet en de avond een groot succes werd! ‘Soms moet je durven om iets niet ‘gewoon’ te doen’, zegt hij.
Tot zijn spijt, zo vertelde hij ons, heeft hij door andere verplichtingen een aantal recente NVG-evenementen moeten missen, en zal hij ook niet aanwezig kunnen zijn op het Lustrumfeest in oktober. Maar we zijn hem, ondanks zijn drukke programma, dankbaar dat hij de NVG niet alleen in geldelijk opzicht, maar ook persoonlijk een goed hart toedraagt. Hij hoopt dat het Bestuur de inspiratie zal blijven vinden om in deze moeilijke tijden, waarin verenigingen in het algemeen het niet gemakkelijk hebben, de NVG naar de 100 jaar en daaroverheen te brengen.
Oude "Meuk" met een Verhaal
een kijkje in het verleden
Iedereen kent ze wel: de muurbloempjes op een feestje. Degene die een beetje verlegen tegen de muur staan, toekijken, hopen om gevraagd te worden – of misschien juist opgelucht omdat ze níet hoeven te dansen. Maar waar komt die bijzondere naam eigenlijk vandaan? En wat heeft lavendel daar in hemelsnaam mee te maken? Trek even je beste baljurk aan en waan je in Parijs, Londen of Amsterdam, eind 19e eeuw…
In de 19e-eeuwse balzalen was dansen pure etiquette: heren vroegen dames uit en leidde de dans, en dames wachtten – soms nerveus, soms hoopvol – totdat ze gevraagd werden. Wie niet gevraagd werd, bleef statisch tegen de muur staan, tussen de sierlijk geplaatste bloemen en potten met lavendel.
Die planten stonden er niet alleen om de zaal te verfraaien, maar ook om een subtiele geur af te geven. Lavendel stond symbool voor bescheidenheid, liefdevolle hoop, een luchtige belofte van misschien toch nog gevraagd te worden. Voor verlegen gasten bood lavendel dus een zachte troost – een geurige knipoog in de marge van het bal. En wie daar stond te wachten, werd al snel vergeleken met een bloempje – stil, mooi en enigszins kwetsbaar. Zo werd ‘muurbloempje’ geboren.
Waar het ooit een zacht spottende term was, is muurbloempje inmiddels een bijna liefkozende aanduiding geworden voor wie zich liever wat op de achtergrond houdt. En zeg nou zelf: soms is het vanaf de zijlijn net zo leuk als in het midden van de dansvloer, toch?
Oranje Leeuwinnen op jacht naar Europese glorie in Zwitserland
Zwitserland verwelkomt deze zomer het Europees Kampioenschap Vrouwenvoetbal, en het Nederlands vrouwenelftal – de Oranje Leeuwinnen – is er opnieuw bij. Met hoge verwachtingen, een talentvolle selectie en een honger naar succes hopen zij hun stempel te drukken op het toernooi. Door het winnen van het Europees Kampioenschap voetbal in 2017 – dat bovendien in Nederland werd gehouden – heeft het vrouwenvoetbal in Nederland een enorme positieve ontwikkeling doorgemaakt. Het team groeide uit tot een vaste waarde op grote toernooien en bereikte onder meer de finale van het WK 2019. Nu, met het EK 2025 in Zwitserland, hopen de Leeuwinnen opnieuw geschiedenis te schrijven.
Of het nu een herhaling wordt van het sprookje van 2017 of een nieuw hoofdstuk in hun succesverhaal: het EK 2025 belooft een spannend toernooi te worden met Oranje in een hoofdrol.
Mochten we Nederland in Geneve willen zien spelen, dan zullen de Leeuwinnen de halve finale moeten halen. De wonderen zijn de wereld nog niet uit.
Terugblik: Koningsdag 2025
Wat een feestelijke dag was het, op zaterdag 3 mei bij Domaine La Capitaine in Gland! De zon liet zich van haar beste kant zien en de sfeer was typisch Nederlands: ontspannen, vrolijk en vooral gezellig.
We waren vereerd met de aanwezigheid van de Nederlandse ambassadeur in Bern, Karin Mössenlechner, die de dag officieel opende met een kort, warm woord tot onze leden. Daarna barstte het feest los: kinderen genoten van clown Dimitri, het knutselplein en de vrolijke verkleedpartijen bij de fotobooth met gouden koets. De traditionele vrijmarkt bracht zoals altijd leuke vondsten en spontane gesprekken met zich mee.
Voor de volwassenen waren er goed bezochte rondleidingen door de wijnkelders, terwijl er verder genoten werd van poffertjes, bitterballen, ambachtelijke friet en andere Hollandse lekkernijen – met dank aan De Hollandse Lädeli en Ben van der Meer. De bar zorgde voor de nodige verfrissing, en het spellenparcours hield jong en oud in beweging.
Kortom: Koningsdag 2025 was een heerlijke viering van verbondenheid, met een knipoog naar thuis. Dank aan alle vrijwilligers en deelnemers die deze dag tot een succes maakten – en tot volgend jaar!
Waarom zijn wortels oranje?
Het geheime leven van een groente
Wortels zijn oranje. Dat weet iedereen. Maar wist je dat ze dat vroeger helemaal niet waren? Sterker nog: de allereerste wortels die mensen aten, waren paars, geel, rood of wit. Oranje kwam pas veel later – en daar zit een bijzonder Nederlands verhaal achter.
Onze wortel begon haar carrière zo’n duizend jaar geleden in Afghanistan. Daar groeiden kleurrijke wortels vrolijk in het wild. Via handel verspreidden ze zich naar het Midden-Oosten en Europa, en boeren ontdekten dat je ze prima kon kweken (én eten).
Maar die wortels zagen er toen dus heel anders uit dan de oranje knapen die we nu kennen. Fast forward naar de 17e eeuw. In Nederland gingen slimme boeren aan de slag met kruisen en selecteren. Ze wilden een wortel die niet alleen lekkerder smaakte, maar er ook mooi uitzag. En wat bedachten ze? Een oranje wortel!
Waarom oranje? Nou, dat heeft alles te maken met ons koningshuis. De familie Van Oranje-Nassau was toen heel belangrijk: helden van de onafhankelijkheid, symbolen van nationale trots. En oranje werd de kleur van Nederland. Of de boeren nu echt dachten: “Laten we een wortel kweken voor onze koning!” weten we niet zeker. Maar het verhaal is zó mooi dat het is blijven hangen. Feit is wél: die oranje wortels waren zoet, knapperig, en gewoon lekkerder dan hun paarse neefjes. Dus ze werden razend populair. Eerst in Nederland, toen in heel Europa, en uiteindelijk overal.
Vandaag de dag denken we bij wortels automatisch aan oranje. Maar in hippe groentewinkels en op boerenmarkten kun je af en toe nog een paarse of gele wortel tegenkomen – een knipoog naar vroeger.
Dus, de volgende keer dat je wortels op je bord hebt, weet je: daar zit een stukje Hollandse geschiedenis in. Oranje boven!
LUSTRUM Uitnodiging
Middag voor leden en oud leden van 75+
95 jaar NVG in verhalen en mensen
“Nous avons le bonheur de porter à votre connaissance que les membres de la colonie Hollandaise ont formé un club qui actuellement compte 45 membres”. Met deze zin werd de Nederlandse Vereniging 95 jaar geleden op 18 oktober 1929 geregistreerd bij het Département de Justice et Police in Genève. Voor een uitgebreide geschiedschrijving van de achterliggende 95 jaar, wordt verwezen naar de Nieuwsbrief september-oktober 2024 met dank aan Bee Keyzer, die hiervoor een grondige studie heeft verricht waarvan het interessante artikel in deze nieuwsbrief het resultaat is.
Nu tegen de datum van de viering van dit 19e Lustrum zijn wij, uitgaande van de grondregel van een vereniging: dat ‘de leden die maken’, op zoek gegaan naar persoonlijke herinneringen aan de NVG bij oudere leden, die dan uiteraard niet aan de wieg van de NVG stonden, maar wel gedurende vele jaren, in sommige gevallen maar liefst circa 60 jaar, er deel van uitmaakten.
Ze kwamen hier met jonge gezinnen in de jaren en ’60 en daaropvolgende. Vanuit Nederland naar een vreemd land, misschien de taal niet kennende, van het vlakke land naar de bergen, nieuwe omgeving, nieuwe scholen en dan moet je je weg vinden. Het was belangrijk, dat men met elkaar verbonden bleef in nationaliteit, bij een werkgever (waarvan de belangrijkste de VN, DuPont en CERN waren), in de Nederlandse cultuur en dat het voor de kinderen belangrijk was om Nederlandse tradities niet te verliezen.
De NVG voorzag in deze behoeftes. Men ging graag naar de gevarieerde evenementen die de NVG organiseerde en droeg er enthousiast aan bij. Er waren de Sinterklaasvieringen en Koninginnedag (toen nog) en de receptie die daarbij hoorde; beiden nog steeds de belangrijkste pilaren waarop de NVG rust. Elk jaar twee keer een vrolijke Nederlandse dag voor jong en oud. Te veel herinneringen om hier te vermelden, zoals de boot van Sinterklaas die door de scheepvaartmaatschappij was afgezegd, maar ineens wel voorbij voer, juist op het moment waarop aan de jonge gelovigen was uitgelegd waarom Sinterklaas niet per boot aan zou komen of in het allereerste begin de aankomst van de Sint in een vissersbootje. Paarden? Vaders hesen zich met plezier in een Sinterklaas pak en oudere broers en zusters speelden graag voor Zwarte Piet. Er werd door de organisatie van deze belangrijke dag rekening gehouden met hetgeen in de aanloop naar 5 december in het Sinterklaas journaal op de Nederlandse t.v. werd verteld. De ‘uitmarkt’ op destijds nog Koninginnedag en later de Koningsdag spelen, blijven een constante (herinnering) in de activiteiten van de NVG.
Foto's gemaakt op de lustrum middag voor leden en oud leden van 75+
Er werden boerenkool- en nasi goreng avonden georganiseerd, haringen ingevlogen voor de Koninginnedag receptie: ‘we moesten de bevroren haringen op het vliegveld ophalen nadat ze waren gekeurd door een dierenarts’. Er werd in clubjes geborreld en theegedronken, waarbij tijdens deze laatste bijeenkomsten ook graag een glaasje port werd geschonken. Overigens is deze traditie onlangs herdacht met een glaasje port tijdens de ‘high tea’ voor de oudere leden.
De handen uit de mouwen steken om toneelvoorstellingen te geven onder leiding van deskundige amateurs; met name de avonturen van Miss Marple waren zeer geliefd voor het podium van de NVG. Er werd veel gebridged, getennist en gegolfd. Er werden speurtochten uitgezet; ‘we (de organisatie) zaten dan op klapstoeltjes rustig langs de route te wachten totdat de deelnemers langskwamen om hun papiertje te laten aftekenen’.
Ook t.b.v. het gastland droeg de NVG haar steentje bij. Men herinnert zich de manifestatie in de jaren ’70 van “Les Clefs de Saint-Pierre”, ten bate van de restauratie van de Saint-Pierre kathedraal in Genève waaraan met een Nederlandse stand enthousiast werd meegewerkt en zelfs kostuums uit Marken werden ingevlogen.
Coryfeeën van de Nederlandse podia werden uitgenodigd, o.m. Paul van Vliet was een graag geziene gast. Men herinnert zich nog, naast zijn one-man show, de prachtige voorstelling Liefdesbrieven die hij samen met AnneWil Blankers ten tonele bracht. Ook zij kwam daarna nog eens terug om over haar interessante carrière te vertellen. De swingende jazz avond met Louis van Dijk in het “théâtre de la Madeleine in Genève”. Voorbeelden van hoogtepunten uit het culturele leven van de NVG. Tegenwoordig probeert men jong hedendaags kleinkunst talent naar Genève te halen. Onlangs nog de cabaretier Roel Verburg. Ondanks het feit, dat het niet makkelijk is om geschikt talent naar Genève uit te nodigen met de wellicht nog grotere moeite om steeds een geschikte zaal te vinden, blijft het voor de NVG belangrijk om te proberen cultuuruitingen van Nederlandse bodem naar Zwitserland te halen.
Het Bestuur deinsde er in die achterliggende jaren niet voor terug de handen uit de mouwen te steken, om, zoals een ex-bestuurslid dit jaren geleden verwoordde “we hebben wat stoelen versjouwd met z’n allen” en zich volledig in te zetten om van activiteiten een succes te maken. Het bakken van 500 oliebollen voor de Nieuwjaarsbijeenkomst: geen probleem! Ideeën van leden werden toegejuicht en er waren altijd vrijwilligers te vinden om enthousiast mee te helpen.
De leden- en financiële administratie werden handmatig gedaan voordat de computer haar intrede deed. Maar dat betekende niet dat de persoonlijke aandacht voor leden verminderde. In dit verband noemen we een naam, een begrip binnen de NVG: Ange Steenbergen! Ruim 40 jaar lang is ze al verbonden aan de NVG en was ze verantwoordelijk voor de ledenadministratie. De 500 oliebollen hierboven vermeld werden door haar gebakken en velen herinneren zich deze tijdens de Nieuwjaarsrecepties. ‘We kwamen eigenlijk wel een beetje voor die oliebollen’, biechtte een ouder lid met een knipoog op.
Als je zo met ze praat komt een zin steeds naar boven: ‘het was gezellig met elkaar. Je kende elkaar, je nam enthousiast deel aan de activiteiten’. Maar dan klinkt er beetje weemoed. ‘We kennen nu eigenlijk niemand meer van de leden. Ze zijn veel jonger dan wij en hebben natuurlijk andere interesses en volle programma’s’.
De wereld is veranderd. De NVG is kleiner geworden met een nieuwe dynamiek. Voor de ouderen betekent de NVG ‘toen’, in het allerprilste begin van hun leven in Zwitserland. Ze zijn met het land vergroeid door hun kinderen en kleinkinderen die hier zijn opgegroeid. De verbondenheid met de NVG is minder geworden, hoewel de Haringparty voor sommigen nog wel een aardige gelegenheid blijft om samen met andere Nederlanders een oer-Hollandse lekkernij te delen, net als de Nieuwjaarsborrel en de Koningsdag om het glas te heffen op de Koning, al dan niet vergezeld van hun (klein)kinderen.
Wij vieren in oktober het 95-jarig bestaan met een Lustrumfeest. Laten we er met z’n allen, jong en oud, een mooi feest van maken: verbonden met elkaar en de NVG op weg naar haar 100ste jaar!
Het mei-juni seizoendier
De kleine boodschapper – de libelle
Met de lente in volle gang en de zomer in aantocht, zetten we in deze nieuwsbrief een echte luchtacrobaat in het zonnetje: de libelle! Ons seizoendier voor mei en juni brengt kleur, lichtheid en zomerkriebels. In het zachte lentezonlicht verschijnen ze als levende juweeltjes boven het water.
Met hun flinterdunne vleugels en glanzende lichamen lijken libellen wel kleine helikoptertjes die sierlijk boven slootjes, meren en riviertjes zweven. Ze kunnen stilhangen in de lucht, razendsnel een bocht maken en zelfs achteruitvliegen! In Nederland zijn ze in deze tijd van het jaar volop te bewonderen, vaak met schitterende metallic kleuren in blauw, groen of goud.
De libelle is al miljoenen jaren op aarde, de eerste libellen vlogen 330 miljoen jaar geleden al rond – 100 miljoen jaar voordat er dinosauriërs waren. Die oerlibellen zijn de oudste gevleugelde insecten en stralen nog steeds iets betoverends uit. In veel culturen staat de libelle symbool voor lichtheid, vrijheid en nieuwe energie. Misschien juist omdat ze zo krachtig en elegant door de lucht danst, herinnert ze ons eraan om flexibel te blijven en het leven licht te nemen – perfect passend bij het ontspannen zomerseizoen.
Wist u dat een libelle soms wel 50 kilometer per uur kan vliegen? Daarmee behoort ze tot de snelste insecten ter wereld! Bovendien kan een libelle met haar ogen bijna 360 graden om zich heen kijken – handig als je als acrobaat door de lucht wilt manoeuvreren.
Zwitserland, net als Nederland, is rijk is aan libellensoorten? Langs de oevers van het Meer van Genève, in kleine vijvers of langs kabbelende beekjes kun je ze in mei en juni volop tegenkomen. Neem dus tijdens een wandeling even de tijd om stil te staan bij een waterkantje – met een beetje geluk zie je een libelle voorbij zoeven, als een klein wondertje van de natuur.
Jan Terlouw overleden op 16 mei 2025
Op 16 mei 2025 overleed Jan Terlouw op 93-jarige leeftijd. Oud-politicus, natuurkundige, schrijver — maar voor velen van ons vooral: de man die onze jeugd kleur gaf met verhalen over dappere jongeren, rechtvaardigheid en een betere wereld.
In de jaren ’70 en ’80 las elk Nederlands kind Oorlogswinter of de Koning van Katoren. Of je nu een boekenwurm was of niet: je kende ze. Zijn hoofdpersonen waren vaak jong, slim, moedig — en vastbesloten om iets goeds te doen in een wereld die niet altijd meewerkte. En dat was precies wat zijn boeken zo krachtig maakte: ze spraken het geweten aan, maar gaven je ook het gevoel dat jij zélf verschil kon maken.
Terlouw wist op een unieke manier politiek, wetenschap en literatuur te verbinden. Na een carrière in de natuurkunde werd hij politiek leider van D66, minister van Economische Zaken en vicepremier. En ook na zijn pensioen bleef hij een scherp en warm geluid in het publieke debat — over duurzaamheid, vertrouwen, en de verantwoordelijkheid die wij als volwassenen hebben tegenover toekomstige generaties.
“Vertrouwen is de smeerolie van de samenleving. Zonder vertrouwen wordt alles stroef.” — Jan Terlouw
Namens de Nederlandse Vereniging Genève wensen wij zijn familie veel sterkte. En wij hopen dat ook de kinderen van onze leden ooit zijn verhalen ontdekken — en net zo geraakt worden als wij toen.
🐝 Save the Bees! 🐝
Wereld Bijendag op 20 mei
Wist U dat bijna 90% van alle wilde bloeiende planten én driekwart van onze voedselgewassen afhankelijk is van bijen en andere bestuivers zoals vlinders, vleermuizen en kolibries? Zonder hen zouden onze eettafels er behoorlijk saai uitzien: geen appels, courgettes, aardbeien of amandelen meer… Tijd om de bij eens in het zonnetje te zetten!
Op 20 mei is het Wereld Bijen-dag – een initiatief van de Verenigde Naties om stil te staan bij de cruciale rol van bijen in onze ecosystemen én bij de bedreigingen waarmee ze te maken hebben. Want het gaat niet goed: wereldwijd sterven bijen op grote schaal uit door pesticiden, klimaatverandering, ziektes en verlies van hun natuurlijke leefomgeving.
Zonder bijen geen bestuiving, zonder bestuiving geen voedsel. Het klinkt simpel, maar het effect is enorm. Bijen zorgen niet alleen voor meer én betere oogsten, ze dragen ook bij aan biodiversiteit en een gezonde bodem. Ze zijn als het ware een barometer van de natuur: gaat het slecht met de bij, dan is dat een teken dat het ecosysteem uit balans is.
Gelukkig kunnen wij allemaal iets doen – ook in Genève! Hier een paar eenvoudige tips:
Plant bij-vriendelijke bloemen (lavendel, zonnehoed, tijm – bijen zijn er dol op!)
Vermijd pesticiden in uw tuin of balkonplanten
Koop lokale honing
Zet een ondiep schaaltje water buiten voor dorstige bijen
Voor de kleine natuurhelden:
Hoe herken je een honingbij?
Ze zijn geel met zwarte strepen, hebben een zacht harig lijfje en zijn kleiner dan een hommel. Ze zoemen vriendelijk en zijn druk bezig van bloem naar bloem!Wist je dat...
Een bij wel 2.000 bloemen per dag kan bezoeken?
Alle werk-bijen meisjes zijn? De mannetjes doen vooral... niks!
Honing-bijen een dansje doen om elkaar te vertellen waar bloemen staan?
Eén bij in haar hele leven maar één theelepel honing maakt?
Er in Zwitserland ook veel wilde bijen leven, en die zijn net zo belangrijk als de honingbij!
Misschien is dit een mooie aanleiding om samen met de kinderen een kleine bijenwandeling te organiseren of samen bijenhotels te maken.
Wie weet… een potje eigen Genève-honing op tafel bij de volgende borrel?
Om af te sluiten
met dank aan Gerda Dorenbos
De bananenhandelaar is de pisang.
De tabakshandelaar is de sigaar.
De bakker verdient geen brood meer.
De herenmode is de das omgedaan.
De lampenwinkeliers zien de toekomst duister in.
De scheepsvaart is de wind uit de zeilen genomen.
De houthakker gooit het bijtje erbij neer.
De kousenfabriek ziet er geen gat meer in.
De horlogemakers zouden de tijd willen terugzetten.
De confectieindustrie moet er een mouw aan passen.
De tuinders heeft men knollen voor citroenen verkocht.
De binnenschippers zijn aan lager wal geraakt.
De chauffeurs zijn de macht over het stuur kwijtgeraakt.
De wegen zijn aan belasting bezweken.
De wielrenners weten niet meer rond te komen.
De badmeesters kunnen het hoofd niet meer boven water houden.
De bierbrouwers moeten uit een ander vaatje tappen.
De bioscopen, daar valt het doek voor.
De kwekers zitten op zwart zaad.
De schoorsteenvegers komen op straat te staan.
De stratenmakers kunnen wel op het dak gaan zitten.
De mijnbouw graaft zijn eigen graf.
De spoorwegen zijn het spoor bijster.
De luchtmaatmaatschappijen vliegen de lucht in.
De metselaars zitten in de put.
De caféhouder is het zat.
De kapper zit met zijn handen in het haar.
De boer is uit het veld geslagen.